De hele week kijk ik, zodra het donker is, vanuit mijn werkkamer uit op een in blauw-wit-rood verlichte Martinitoren. Een bijzonder en indrukwekkend gezicht. Die je keer op keer doet realiseren dat vrijheid en democratie niet vanzelfsprekend zijn. En ondanks de kracht die ‘de grijze dame’ met haar kleurenpracht uitstraalt, geeft het mij ook een ongemakkelijk gevoel. Ongemakkelijk omdat de verontwaardiging in de samenleving ook wel wat schuurt. Deze week vonden niet alleen 130 mensen de dood in Parijs, maar vonden over de hele wereld terreuraanslagen plaats waarbij gewone mensen het leven lieten. Alleen gisteren al werden in Mali 170 mensen gegijzeld waarvan 21 gegijzelde het leven lieten. En kwamen bij aanslagen in Beiroet 43 mensen om het leven en raakte meer dan 200 mensen gewond.
Zowel in Mali als in Beiroet ben ik nooit geweest, terwijl ik in Parijs meerdere malen door de straatjes en over de pleinen ben geslenterd die de afgelopen week veelvuldig in beeld waren. En waarschijnlijk geldt dat voor velen in Nederland met mij. Maar zou dat het verschil mogen maken tussen wel of niet een eerbetoon? Wel of niet een minuut stilte? Wel of niet een gekleurde vlag op de icoon gebouwen van alle steden in de wereld?
Parijs heeft ons opnieuw wakker geschud dat vrijheid en veiligheid niet vanzelfsprekend is. Maar laten we de slachtoffers elders niet vergeten. En samen blijven werken voor een veilige omgeving voor iedereen op onze aarde.